La Tur is zo’n kaasje waar je eigenlijk iedereen blij mee maakt. Hij komt uit de heuvels van Piemonte en ziet eruit als een klein, gerimpeld taartje (of cupcake). Hij oogt schattig, maar de smaak is serieus goed.
Drie soorten melk
Wat hem uniek maakt is de mix. De kaasmaker gebruikt koe-, schapen- én geitenmelk door elkaar. Dat klinkt misschien als een wild experiment, maar het werkt perfect.
- De koemelk zorgt voor de romigheid.
- De schapenmelk geeft een volle, boterachtige smaak.
- De geitenmelk zorgt voor een klein fris zuurtje, waardoor de kaas niet te zwaar wordt.
Het resultaat is een kaas die luchtig en mousse-achtig is van binnen.
Zo eet je hem het lekkerst
De dunne, gerimpelde korst kun je gewoon eten; die geeft net wat extra pit. Eén belangrijke tip: haal La Tur op tijd uit de koelkast. Op kamertemperatuur wordt de rand onder de korst namelijk heerlijk zacht en lopend, terwijl de binnenkant rul blijft.
Lekker op een toastje, of gewoon zo. Heb je er een wijntje bij? Pak iets met bubbels (Prosecco/Champagne) of een frisse witte wijn. Die snijden lekker door het vette heen.
