
Kloosterkaas met oogje
Zacht en rond, met een romige kern en karaktervol korstje
Kloosterkaas met oogje is een ambachtelijk, vaak handgemaakt Nederlands kaasje dat zijn naam dankt aan zijn vorm en uiterlijk. Het is een klein, rond, halfzacht kaasje met een karakteristiek “oogje” in het midden — een lichte holling of inkeping. De kaas heeft een eetbare, licht gewassen of natuurkorst, en een romige, soms licht pittige binnenkant. De smaak varieert per producent, maar is meestal mild, vol en licht nootachtig, met zachte melktonen en een subtiele kruidigheid.
-
Herkomst: Nederland (diverse streekproducenten, geïnspireerd op kloostertradities)
-
Melksoort: Meestal koemelk (soms gepasteuriseerd)
-
Textuur: Halfzacht, romig tot licht smeuïg
-
Smaak: Mild, volromig, licht kruidig of floraal
-
Korst: Licht gewassen of natuurkorst, eetbaar
Pairing Tips
-
Brood: Licht geroosterd desembrood, meergranenbol
-
Fruit: Peer, abrikoos, druiven
-
Drank: Tripel of blond abdijbier, lichte rode wijn, droge cider
-
Extra: Perfect op een rustieke kaasplank of als verfijnde borrelhap
Wist je dat?
Het “oogje” in het kloosterkaasje is niet alleen een visueel kenmerk — het kan ontstaan door de manier waarop het kaasje handmatig wordt gevormd en gerijpt. De naam en stijl zijn vaak geïnspireerd op de traditie van kloosterorden, waar kaas en bierproductie hand in hand gingen. Tegenwoordig zijn kloosterkazen populair op boerenmarkten en bij speciaalzaken.